Lucianus

De in het Grieks schrijvende satiricus Lucianus (ca. 150 n. Chr.) beweerde zelf dat hij wereldberoemd was, maar kreeg in zijn eigen tijd niet de waardering die hem toekwam. Pas veel later kreeg hij die wél, vooral van de humanisten, die zijn humor en taalvirtuositeit wisten te waarderen. Erasmus, bijvoorbeeld, was zeer op Lucianus gesteld, vertaalde veel van zijn werk en liet zich voor zijn Lof der Zotheid door hem inspireren.

Gelukkig zijn veel van Lucianus’ werken bewaard gebleven. Ze zijn, ook voor moderne begrippen, geestig en scherp. Lucianus behandelt alle thema’s uit de rijke satirische traditie van Griekenland en Rome. Met name de notie dat mensen niet tegen weelde en macht bestand zijn wordt door hem uitgewerkt. Filosofen zijn charlatans, omdat zij wat zij onderwijzen zelf niet in praktijk brengen; geschiedschrijvers van zijn tijd zijn onbenullige nietsnutten die maar wat aankletsen.